Geschiedenis van UNHCR
Een wereldorganisatie die klein begon
Het VN-vluchtelingenagentschap wordt kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht om de door het conflict ontheemde oorlogsslachtoffers in Europa te helpen. Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) wordt op 14 december 1950 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in het leven geroepen. Het agentschap krijgt een mandaat van drie jaar om zijn taak te volbrengen en zou daarna verdwijnen. Het Verdrag van de Verenigde Naties betreffende de status van vluchtelingen, de juridische grondslag voor de hulpverlening aan vluchtelingen en de voornaamste status die het werk van Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen regelt, wordt het jaar daarop op 28 juli aangenomen.
In 1956 beleeft UNHCR zijn eerste echte vuurdoop wanneer de Hongaarse opstand door sovjettroepen wordt neergeslagen en de Hongaren massaal op de vlucht slaan. Sindsdien werden het nut en het belang van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen nooit meer in twijfel getrokken. In de jaren 1960 geeft de dekolonisatie van Afrika aanleiding tot de eerste vluchtelingencrisis op het zwarte continent waarbij de hulp van UNHCR wordt ingeroepen, waarna de ene crisis de andere in ijltempo opvolgt. De twee volgende decennia vangt de organisatie de ontheemde bevolking in Azië en Latijns-Amerika op.
Op het einde van de 20ste eeuw steekt het vluchtelingenprobleem opnieuw de kop op in Afrika en drijven de Balkanoorlogen haar bewoners massaal naar Europa.
Aan het begin van de 21ste eeuw komt UNHCR tussenin de schrijnende vluchtelingencrisissen in Afrika, onder meer in de Democratische Republiek Congo en in Somalië, maar ook in Azië, met voornamelijk Afghaanse vluchtelingen, een probleem dat al 30 jaar aansleept. Daarnaast wordt UNHCR ingeschakeld om hulp te verlenen aan tal van ontheemden die in hun eigen land, verscheurd door conflict, een veilig toevluchtsoord zoeken. Meer achter de schermen breidt de organisatie haar rol uit door ook hulp te verlenen aan staatlozen, die grotendeels aan hun lot worden overgelaten. Miljoenen mensen dreigen immers hun fundamentele rechten te verliezen enkel en alleen omdat ze geen nationaliteit hebben. In bepaalde gebieden in de wereld, zoals in Afrika en in Latijns-Amerika, werd het oorspronkelijke mandaat van 1951 van UNHCR ondertussen kracht bijgezet met de ondertekening van akkoorden die een regionaal rechtskader uittekenen.
In 1954 ontvangt het VN-vluchtelingenagentschap de Nobelprijs voor de Vrede voor haar vernieuwende aanpak op het gebied van hulpverlening aan Europese vluchtelingen. Het mandaat van UNHCR wordt meteen verlengd tot het einde van het decennium. Meer dan een kwart eeuw later, in 1981, mag UNHCR opnieuw deze prestigieuze prijs in ontvangst nemen voor zijn hulpverlening aan vluchtelingen wereldwijd. Bij de inontvangstneming van de Nobelprijs benadrukt de organisatie hoe zij voortdurend wordt geconfronteerd met tal van politieke obstakels. UNHCR telde bij zijn oprichting 34 medewerkers. Vandaag kan de organisatie rekenen op 6.650 nationale en internationale medewerkers, van wie er 740 op het hoofdkwartier in Genève werken. Het agentschap is actief in 118 landen en werkt vanuit 108 grote centra – regionale kantoren en afvaardigingen – en 151 onderafvaardigingen en externe, vaak afgelegen kantoren.
Het budget van de organisatie klom van 300.000 dollar tijdens het eerste werkjaar naar meer dan twee miljard dollar in 2009. UNHCR staat momenteel in voor de opvang van zo’n 34,4 miljoen mensen: 14,4 miljoen ontheemden, 10,5 miljoen vluchtelingen, 2 miljoen terugkeerders, 6,6 miljoen staatlozen en ruim 800.000 asielzoekers. Hoewel de organisatie aanvankelijk een mandaat van drie jaar kreeg om het vluchtelingenprobleem op te lossen, viert UNHCR binnenkort zijn 60ste verjaardag. Het ziet ernaar uit dat de humanitaire hulp die UNHCR verleent ook de komende jaren nog broodnodig zal zijn.